Een studie van een bijbelgedeelte: Matt.6:1-18

Laten wij samen Math. 6:1-18 bestuderen. Lees het voor jezelf, zoek eerst het sleutelvers, het vers dat de gehele passage samenvat. Denk je dat je deze hebt? Toets het door verschillende plaatsen in de passage uit te zoeken en jezelf af te vragen of deze verband hebben met het door jou uitgekozen sleutelvers. Wanneer je het vind, schrijf het op in Romeinse cijfers. Een van jouw schets:

  1. Wees op uw hoede dat u uw liefdegave niet geeft in tegenwoordigheid van de mensen om door hen gezien te worden (HSV)

Wat betekend "liefdegave geven"? Geeft deze passage voorbeelden? Welk onderdeel van ons leven wordt hier aangesproken? Onze motivaties! Welke subkoppen ontwikkelen deze gedachte?

  1. Als u geeft

  2. Als u vast

  3. Als u bidt

Vul nu het overzicht in met specifieke aanwijzingen over hoe je verkeerde manieren van in praktijk brengen van je gerechtigheid kunt voorkomen:

  1. When you give

    1. Laat geen bazuin klinken. (Hoe zou iemand vandaag een "bazuin laten klinken"?)

    2. doe het in het geheim.

    3. etc.